woensdag 29 september 2010

Maz d'r hoofd zit er vol mee

Hoe laat gaat de trein? Vuilniszakken kopen. Gaan we op zaterdag of op maandag verhuizen? Dit is mijn opvolgster. Wel of niet met de auto. Hypotheekaanvraag. Bril halen. Zal ik je even voorstellen? Wat zal ik eens eten? Kopie van salarisstrook. Ik heb m'n boek bijna uit. Bloesje ruilen, nieuwe halen. Lekt de douche nog? De Open Huizen Dag is volgende week zaterdag. Hoe laat komt de trein aan? Is er nog brood? Dit is geen grijs shirt, maar een grijze legging! Hoe groot is 6m3? Doe jij de afwas, dan stofzuig ik de slaapkamer nog even. Heb ik wel uitgechecked? Er is wel yoghurt maar geen muesli meer. Taxatierapport. Wie wil mijn huis kopen? 's Morgens naar de notaris en dan maandag weer. Wat wordt je vaste vrije dag? Maar dan hoeven ze toch geen factuur mee te sturen! Mijn fiets is nog niet verzekerd. Pasje van de sportschool. Nee, ze hebben eerst angst- en stemmingsstoornissen en daarna het reflectief practicum. Was opvouwen. Logje schrijven.

vrijdag 17 september 2010

Goede daad

Ok, je mag eigenljk niet bellen in een stiltecoupe, maar dit gesprek was de moeite waard om te citeren:

"Ja met mij. Er zit een meisje tegenover mij... Wat? Zit je nog op je werk? Ja heel verhaal. Ok. Er zit een meisje tegenover mij met een kaartje naar Nijmegen maar ze moet eigenlijk naar Leiden. Nu moet ze in Zwolle een nieuw kaartje kopen van de conducteur maar dan is ze bang dat ze het niet haalt. Ik dacht, als jij nu straks een kaartje koopt voordat je instapt.. Ja met korting. Enkele reis Leiden Centraal. Ja ze heeft drie vijfjes en een twintigje. Komt goed. Ok, tot zo!"

woensdag 15 september 2010

Stàdsie woar

Als de trein het station Groningen in rijdt, kijk ik door het raam naar buiten. Ik zie een bord met een grote letter 'S'. Spannend, denk ik meteen. De 'S' van spannend. Andere woorden met een 'S' die mij meteen ook te binnen schieten hebben geen enkele betekenis op dit moment. Ik laat ze verdwijnen in het kielzog van de trein. Ik loop het station uit en zet de eerste stap de stad in. Zo. Daar gaan we. Terwijl ik naar mijn logeeradres loop, loop ik over het HerePLEIN (Niet te verwarren met het HEREplein. Dat hebben ze niet in Groningen) en daarna langs de singels van de stad; de Heresingel, de Radesingel. Langs grote hoge statige herenhuizen, waar vroeger onze tandarts zijn praktijk had. Die is allang met pensioen.
Anders dan wanneer ik door Groningen loop als ik bij mijn ouders op bezoek ben komen er herinneringen bij me boven. Herinneringen aan een leven van 20 jaar geleden toen ik hier opgroeide. Zoals het toen 'mijn stad' was, zal het binnenkort weer beginnen te worden. Langzaam zal ik het me weer eigen maken.
Ik kijk naar links, het Schuitendiep af. Daar verderop is mijn oude school en daar het Pannekoekenschip. Het voelt nu al vertrouwd om hier te lopen. Ik ga recht op mijn doel af, mijn tas is zwaar. Ik ga straks of een andere keer wel de stad in. Daar is nog genoeg tijd voor.
Aan het Damsterdiep zitten twee vrouwen op een bankje in de zon. Ik hoor hun accent en ik denk, o ja. Dat is ook zo. Niet meer dat scherpe Utrègs, maar dat lome hangende Grunnegs.
Ik loop verder. Om mij heen fietsen en lopen mensen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Dat is het voor hen ook. Ik glimlach. Hallo allemaal, denk ik in stilte. Hier ben ik dan.

maandag 13 september 2010

Werkeloos



Ik zit in between jobs zoals ze wel eens zeggen. Of, niet echt, want ik heb nog wel een baan. Tot en met aanstaande woensdag. En ik heb ook al een nieuwe baan. Vanaf aanstaande donderdag. Er is dus ook eigenlijk niks aan de hand. Feitelijk ben ik gewoon vrij. Heb ik vakantie. De overgebleven dagen opgenomen tot ik uit dienst ben. Welverdiend zullen velen zeggen. Maar dit vrij voelt raar.

De afgelopen tien jaar was ik steeds vrij met in mijn achterhoofd het werk dat op kantoor nog lag te wachten tot ik weer terug kwam. Ver in het achterhoofd zodat ik er niks van merkte, of helemaal voorin, zodat ik eigenlijk niet echt vrij was. Maar er was tenminste werk. Nu heb ik geen werk. Ik kom niet meer terug. Ik heb wel een baan. Maar geen werk. Dat heb ik al overgedragen. Ik heb daar niks meer te zoeken. En toch vraag ik mij steeds af of de introductie, die ik voorbereid heb, goed is gegaan. Of het inderdaad klopt dat cursus x niet te vol zat zoals ik hoopte.
Wees blij, zullen sommigen zeggen. Hoe vaak heb je niet verzucht dat je wilde dat het eindelijk zo ver was? Wees blij dat je vrij bent zonder werk in je achterhoofd. En toch...

Ik zal blij zijn als ik donderdag kan beginnen in mijn nieuwe baan. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Nieuwe collega's, nieuwe omgeving, nieuwe cultuur. Nieuw werk opbouwen voor in mijn achterhoofd voor als ik weer een keer vrij ben.