maandag 23 mei 2011

We zullen doorgaan!

Hoe makkelijk is het om ergens mee op te houden als iemand anders er mee ophoudt. Helemaal als je er ooit aan begonnen was door die ander. In januari 2009 zei Impa tegen mij: "Jij moet een weblog beginnen." En dus, meegaand als ik ben, begon ik een weblog. "Ja", zei Impa, "allerlei mensen die mij kennen lezen mijn weblog, en dat is heel leuk, maar ik wil zelf ook graag een weblog lezen van iemand die ik ken. Dus daarom moet jij een weblog beginnen. Bovendien denk ik dat jij dat heel goed kunt." Dat laatste vond ik zelf uiteraard helemaal niet. Ik heb een hekel aan schrijven. Praten, dat kan ik. Kletsen, babbelen, slap ouwehoeren. Maar schrijven? Daar moet je veel te veel bij nadenken en mooie zinnen maken en om te beginnen iets te melden hebben. Bij praten valt het veel minder snel op als het nergens over gaat.

Maar ja, het moest van Impa.

Ik begon eerst maar eens met het ontwerp. Beetje klooien met foto's en kleurtjes en lettertypes. Niemand die het ziet. Voorzichtig een eerste stukje schrijven en dan op de knop BERICHT PUBLICEREN drukken. En dan staat het er op. Op het internet. Hoei.
Toen merkte ik dat het eigenlijk vanzelf gaat, schrijven. Het is net als praten, maar dan niet hardop. Ik kan nog steeds slap ouwehoeren en het kan nergens over gaan, maar als ik eenmaal gegrepen ben door de flow van het stukje, dan ga ik.

En die flow, die moet je vasthouden. Het is makkelijk om je te laten afleiden en dan maar niet te schrijven. Door dat nieuwe vriendje, inmiddels uitgegroeid tot de OLM. Of door het nieuwe huis met die enorme tuin. In de lente. Wat moet je dan nog achter de computer?
En dan stopt ook nog uitgerekend Impa met haar weblog! Ook anderen die ik graag las schreven niet meer of nog maar zeer sporadisch. Hoe makkelijk om dan ook maar het bijltje erbij neer te gooien en lekker in de tuin te gaan wroeten.

Gelukkig waren daar Esther en Logpoes. De reddende engelen. Zij zeiden dat we met z'n allen vooral niet moesten stoppen met bloggen. En dus, meegaand als ik ben, ga ik door.

donderdag 21 april 2011

Op fietse!

De voordelen van elke dag op de fiets naar het werk (14 km heen en 14 km terug):
- Ik hoef niet naar de sportschool want ik krijg gratis een betere conditie
- Elke dag twee keer een uur in de frisse buitenlucht
- Ik word lekker bruin (wel smeren!)
- Het is gratis (de fiets heb ik betaald met vrije dagen van mijn vorige baan!)
- Ik krijg er een goed humeur van (behalve als ik harde tegenwind heb op dat laatste stukje en ik elke keer vergeet dat er na dat ene bosje nog een stuk komt in plaats van dat ik er dan al ben!)

Het nadeel van elke dag op de fiets naar het werk:



Maar dat is dan wel weer verschrikkelijk grappig.

zaterdag 19 maart 2011

maandag 7 maart 2011

Het einde van de wereld

Groente halen in Roodeschool naar aanleiding van een advertentie in de krant. We reden er bijna voorbij. Een grote boerenschuur vol met groente, fruit, kruiden en streekproducten. "Hutspot en mous is in de aanbieding hoor. Achterin de koeling", zegt de vrouw in de blauwe overall die druk bezig is grote kratten boerenkool aan de stronk te verplaatsen op het erf. We pakken een karretje en kijken onze ogen uit. Spruiten aan de stronk, net echt. Volgend jaar hebben we die zelf in de tuin. Zakken rode bieten voor bijna niks. We laden de kar vol met strogele bonen, kapucijners, knolselderij, andijvie, oesterzwammen, paksoi. Frieslanders zijn de lekkerste stamppotaardappelen leren we van de groenteboer. Hij telt uit zijn hoofd en de losse pols. "Die bonen zijn twee vijftig, dat maakt twintig", en terwijl hij het zakje pepers omhoog houdt glimlacht hij, legt ze in de kar, "en dat is reisgeld."

Glunderend en met een auto vol groente rijden we naar de uitgang. "Links of rechts?", vraag ik. "Hoe laat is het?", vraagt de OLM. "Linksaf dan maar, gaan we een eindje toeren." En bij elk kruispunt, bij elke afslag vraag ik "Links of rechts?" De zon schijnt, we zijn vrij en genieten van het steeds leger wordende landschap. We gaan rechts en rijden door een opening in de dijk, met daarachter grote stukken omgeploegd akkerland. Hier en daar een boerderij. De enige beweging die je ziet zijn de vogels in het veld en een eenzame tractor die langzaam langs de horizon kruipt. Nog een dijk voorbij en daar helemaal aan het eind zetten we de auto neer. De OLM rent tegen de laatste dijk omhoog en terwijl ik de steile helling op loop begint het te kriebelen in mijn buik. Daarachter is de zee. Zometeen zie ik het wad! Op het moment dat ik over de dijk heen kijk voel ik een golf van blijdschap. Daar staan we dan, de wind jakkert mijn broek om mijn benen en de zon schijnt op mijn hoofd. In de zee zien we Borkum en Rottumeroog liggen. De OLM komt vanuit de verte aangelopen met stukken drijfhout. Om dingen van te maken. We blijven niet lang, we komen wel een keer weer terug. 'T is vlakbij.

zondag 6 maart 2011

zondag 27 februari 2011

In blijde verwachting

1.Is dit een....?
Onze tuin is in blijde verwachting van de lente. En wij ook.

Hier en daar steekt er al iets de kop op, groene sprietjes tussen het dorre dode winterafval. Ik laat het liggen zodat de nachtvorst die af en toe nog langskomt, de nieuwe lootjes niet kapot maakt. Ik moet wel oppassen waar ik mijn grote laarzen neerzet, anders doe ik het zelf.

2. En dit, dit is duidelijk een...?

Ik heb geen idee wat er zich onder die hopen bladeren, stengels en takken zich aan het voorbereiden is om omhoog te komen, zich te laten zien. Laat staan, trouwens, dat ik weet wat ik er mee moet. Dat is het spannende. Voorlopig maar niks. Laat maar komen, laat maar groeien.


3. De onmiskenbare...?

Nu de prijsvraag: Wat is dit? Wat gaan deze plantjes worden? Hoofdprijs: een geheel verzorgd weekend tuinieren in Onderdendam.

4. Dit moet toch wel een....?