maandag 8 juni 2009

Zo voelt Maz zich de laatste tijd


(Interview met componist Louis Andriessen - Volkskrant Magazine 060609)

vrijdag 5 juni 2009

Afblijven!!

Vandaag ben ik het slachtoffer geworden van een criminele daad. Laten we het beestje maar gewoon bij zijn naam noemen. Toen ik wilde pinnen bij de supermarkt bleek mijn pas te zijn geblokkeerd. Of ik contact op wilde nemen met de organisatie, zei de kassière. Ik dacht eerst dat het een grapje was, maar later stond ik toch echt met een rood hoofd alsnog met cash (gelukkig had ik nog) te betalen. Ik belde de bank en racete even later twintig minuten voor sluitingstijd naar de hoofdvestiging in mijn stad. En ja, inderdaad, mijn pasje bleek te zijn 'geskimmed' .
"Skimmen (ook: skimming) is het op onrechtmatige wijze bemachtigen en kopiëren van pinpas- of creditcardgegevens. Het is een vorm van betaalpasfraude, waarbij criminelen de magneetstrip van een pas kopiëren en de pincode bemachtigen op het moment dat er een betaaltransactie wordt verricht. Vervolgens maken de fraudeurs een kopie van de pas, samen met de pincode kunnen ze geld opnemen en betalen in binnen- en buitenland."
Criminelen! Fraude! Hoort u dat?! Criminelen zijn nu van de televisie en uit de film ook mijn leven binnengedrongen. Schande! Hoe halen ze het in hun hoofd! Zoiets overkomt mij toch niet? Zijn ze nu helemaal belatafeld. Mijn bankpas! Van mij! Mijn geld! Zoek zelf een baan! En wat een moeite ze doen om pasjes te skimmen. Ze schijnen soms hele panelen van een pinautomaat na te maken. Dan zal het dus ook wel wat opleveren, dunkt me.
Bij de bank waren ze heel lief. Ze hadden de hele dag al een enorme toeloop van slachtoffers van skimming. Of ik ook in Rotterdam was geweest. Nee zeg, ik kijk wel uit. Dat is erom vragen. Het was gewoon hier bij mij in de buurt.
Ik krijg volgende week een nieuw pasje (tip: neem een nieuwe pincode) en ik mocht aan de balie geld opnemen. Fijne service, zelfs op vrijdag na vijven.
Gelukkig ziet het ernaar uit dat er geen geld van mijn rekening is gehaald door iemand anders dan ikzelf. Wel even goed onthouden dat ik gisteren echt zelf uit eten en naar de film en vandaag naar de kapper ben geweest.

vrijdag 29 mei 2009

Garbage blamage

Ik moet ook leren om naar mezelf te luisteren! Ik zei vanmorgen nog, ik zei, "Zet dat vuilnis nou vast buiten. Wie weet komen ze vandaag weer eens vroeg." Meestal zet ik het vroeg buiten en dan staat het er om twee uur 's middags nog. Maar af en toe - en dat heeft iets te maken met een één of andere Ier die Murphy heet - blijf ik op mijn vrije ochtend lui in bed liggen en dan gebeurt het volgende:
Ik hoor in mijn oorhoek een vuiliniswagen. Ik roep, "Nee!" en ren als een kip zonder kop door mijn huis om uit verschillende kamers de prullebakjes te halen. Nu is het opeens heel vervelend om een huis met meerdere kamers te hebben. Naar het balkon, de vuilniszak uit de bak trekken. Hij blijft steken en scheurt bijna. "Nee! Toe nou!" Naar de slaapkamer voor het laatste prullebakje en m'n pyamabroek. Die zit binnenstebuiten. "Nee! Niet nu!" Alles in de vuilniszak, dichtknopen, sleutels mee - want de deur zou maar eens dichtvallen nu - en naar buiten. Shit, de andere zakken zijn al weg. Ik hoor de vuilniswagen nog net om de hoek. Ik trek een sprint en ren de hoek om.
En daar ren ik, ongewassen, mijn haar in diverse richtingen rechtop op mijn hoofd, op blote voeten, bril op, zonder bh (rennend, hè), in mijn pyama, met een volle vuilniszak in mijn hand, op twee gebruinde, brede, glimlachende vuilnismannen af. Ik grijns en zeg "Hoera, nog gelukt!", zet de vuilniszak neer en draai mij onmiddelijk om, trek nog even de achterkant van mijn pyama uit mijn pyamabroek en ren zo hard als ik kan de hoek weer om en mijn portiek in.

Volgende week mag Murphy mijn vuilnis buiten zetten. Eikel.

dinsdag 26 mei 2009

Weet u nog?

Aapje 1 rent in zijn blootje over het gras en stort zich in de hangmat. Hij roept tegen Aapje 2, die in een zelfde blootje in het gras ligt te rollen: "Kom! Dan was dit een boot!" Aapje 2 roept: "Ja!" en verzamelt spullen die voor de toevallige toeschouwer willekeurig lijken. Een stuk hout, een fles zonnebrand, een bal. "Dan was dit een pistool!" roept hij, en stort zich bij Aapje 1 in de hangmat. 
Het stormt heel hard en de boot kan de aapjes ternauwernood uit het water houden. Dan komt er opeens een grote haai aan gezwommen die hard tegen de boot stoot. De boot schommelt vervaarlijk en de twee aapjes vallen er bijna uit. "We zinken!" roept Aapje 1. De haai gromt en bijt de aapjes in hun billen. Ze gillen het uit. De haai moet zo hard lachen dat ze achterovervalt. Samen met de aapjes lacht de haai totdat hun buiken pijn doen. "Nog een keer, haai!", roepen de aapjes in koor. "Nee, nu is het klaar", zeg ik en loop terug naar de picknicktafel. 
Ik blijf een tijdje naar ze kijken. Het gevoel van dat echte spelen van vroeger komt af en toe als een glimp bij me boven. Het gevoel dat je echt in een boot zit. Op volle zee. Met een haai. Met echt gevaar dat zo weer voorbij is als de boot weer een hangmat wordt. Spelen, doen alsof. In het theater vind ik een bijna benadering van dat gevoel van vroeger, toen ik als kind de hele wereld kon spelen op mijn kamertje. Bijna.

maandag 25 mei 2009